Gebaseerd op 'De oorlog heeft geen vrouwengezicht' van Nobelprijswinnares Svetlana Alexijevitsj.
Zij interviewde driehonderd vrouwen uit de voormalige Sovjet-Unie over hun ervaringen in de Tweede Wereldoorlog, Russische, Oekraïense, Wit-Russische, Georgische.
Vrouwen, vaak meisjes nog, die in 1941 de oorlog ingingen om hun land tegen Hitler te verdedigen.
Schouder aan schouder vochten zij samen tegen deze invasie.
Partizanen, piloten van gevechtsvliegtuigen, mecaniciens en scherpschutters. In plaats van bruiden werden ze soldaten.
Ze vochten net als de mannen, geweer en bajonet in de aanslag.
De vrouwen dragen geweren die soms groter zijn dan zijzelf of alsof het geweer een pop is.
Ze werden gevangen genomen, gefolterd en gedood.
Geconfronteerd met grote wreedheid bleven ze moedig en onverzettelijk. Vrouwen die vier jaar lang geen vrouw mochten zijn.
Lang werd er gezwegen. Wat zij meemaakten aan het front was te gruwelijk.
Maar ze zijn het niet vergeten. Karina Holla vertelt hun verhaal.
Het verhaal van onvoorstelbaar sterke vrouwen in onvoorstelbare omstandigheden.
"Er is maar één weg, de mens liefhebben.
Hem met liefde te begrijpen."
Svetlana Alexijevitsj
|
Concept, spel: Karina Holla
Regie: Mette Bouhuijs
Tekst: Svetlana Alexijevitsj
Vertaling: Jan Robert Braat
Bewerking: Mette Bouhuijs en Karina Holla
Scenografie advies: Theun Mosk
Choreografie: Dries van der Post
Kostuums: Fer Smidt
Muziek: Rikard Borggård
Decoruitvoering: John Lippens
Decorschildering Marc van Helden
Techniek: Frank van Schie
Affiche: Paulina Matusiak & Eddy Wenting
|